Trots, vertrouwen en lef: Eigen Studentdossier
In ronde 5, dag 2, vertelt Jan Bartling over de Strategische Agenda Digitalisering MBO en meer specifiek het studentendossier en EduMij. EduMij is nog geen concreet project, laat staan product, maar een heroriëntatie op de opslag en uitwisseling van de gegevens van een student. Met als richting meer BIJ de student ZELF.
Wilfred heeft over de Strategische Agenda zelf al geblogd. Over het onderdeel “Dossier voor elke student” vertelt Jan:
De data hoort bij de student zelf! Het dossier is tot nu toe vooral opgebouwd vanuit een bekostigingsperspectief en zit ‘opgesloten’ binnen de muren van de instelling. En dan nog binnen het systeem van de specifieke leverancier ook lijkt mij.
Onze administratieve systemen hebben we complex gemaakt omdat we uitgaan van de instelling in plaats van de student. Zodra we een Leven Lang Ontwikkelen en op meerdere plekken leren leidt dat tot problemen.
Vandaar dat de agenda ook zegt:
Flexibel onderwijs betekent dat een student eigen leerroutes kan volgen en niet uitgestudeerd is na het behalen van een diploma. Elke student heeft daarom een eigen digitaal dossier, altijd en overal toegankelijk. Met daarin harde gegevens over (zachte) vaardigheden, behaalde resultaten, werkervaring, certificaten, leermateriaal, stages, portfolio. Dit portfolio kan domein overstijgend zijn en gebonden blijven aan de persoon voor een leven lang ontwikkelen.
Daarnaast leidt ongebreideld uitwisselen over koppelingen tussen instellingen, DUO en leerbedrijven tot AVG problemen. Eigenlijk moet de informatie lopen over/via de student zelf. Die is de constante, hij/zij moet zeggenschap hebben, zelf kunnen bepalen met wie gegevens gedeeld worden.
Eerste oriëntaties leiden tot de volgende modellen:
saMBO-ICT is samen met onder andere DUO na aan het denken over deze concepten. Pril nog, maar wel met een centrale gedachte: de student heeft onafhankelijk van zijn school zijn gegevens en neemt deze zelf mee op zijn ‘reis tijdens het leren’. Deze toont op welke cruciale momenten de leerling of student gegevens uitwisselt en met wie.
Vervolgens gingen we in groepjes aan de slag om deze reis te concretiseren aan de hand van de vragen: Welke levensloop van 16 jaar en ouder zien we? Op welke momenten heeft die studiegegevens nodig? Waaruit bestaan deze? Aan wie die ter beschikking gesteld moeten worden?
Voor mij was dit de eerste keer om aan een ‘journey’ te werken. Handig middel om zaken te concretiseren.
Ik zie wel in de toekomstige uitwerking twee fundamentele richtingen voor EduMij:
- De gegevens van het studentdossier worden in een centraal platform opgeslagen en aangezien dit een Leven Lang Ontwikkelen moet ondersteunen bevat dit uiteindelijk de dossiers van 17 miljoen Nederlanders. Leren en werken binnen de EU en de uitwisseling van gegevens die hierbij hoort vergen dan nog grotere platformen, ketens of federaties (?). De student centraal zetten en regie laten voeren over zijn gegevens vindt dan plaats door een soort autorisatie-self-service waarin hij/zij bepaalt wie welke gegevens mag zien. Ik denk dat deze richting nadelen kent.
- De gegevens van het studentdossier worden decentraal opgeslagen op een plek naar keuze of bij hemzelf. Omdat de gegevens uitwisseling niet centraal verloopt en er toch verificatie nodig is (authentiek/onvervalst) worden alle elementen van het dossier ondertekend uitgereikt. Aan hem/haar zelf. De landelijke of bredere voorziening die er wel zou moeten zijn, is die van de verankering van de ondertekening zelf. Zodat de verificatie in de toekomst kan blijven plaatsvinden omdat je weet dat een partij in het verleden op een bepaald moment een bepaalde handtekening kon zetten. Ook al bestaat deze partij niet meer.
U begrijpt dat ik op mijn eigen blog in de toekomst hier meer over ga schrijven. Één alineatje is waarschijnlijk te cryptisch. 😉
Geen berichten